Zowel de cultuurdienst als de belanghebbende verenigingen hadden al enige tijd het aanvoelen dat het huidige subsidiereglement voor socio-culturele verenigingen sterk aan vereenvoudiging toe was. De jaarlijkse subsidieaanvraag was een enorm tijdsintensieve aangelegenheid, zowel voor de aanvragende verenigingen, als voor de persoon binnen het lokaal bestuur die instaat voor de verwerking van de dossiers. Deze administratieve last stond niet in verhouding tot de grootte van de toegekende bedragen en bovendien bleken de schommelingen in de subsidiebedragen van jaar tot jaar heel miniem.
Het nieuwe reglement betekent een sterke vereenvoudiging, zowel op het vlak van de verplicht bij te voegen informatie, als op het vlak van de inhoudelijke opbouw van het dossier.
Krachtlijnen nieuwe werkwijze (uitgebreider toegelicht in bijgevoegde presentatie):
- Verenigingen kunnen aanspraak maken op 3 types subsidies: een basissubsidie, een werkingssubsidie en een projectsubsidie. Voor de eerste 2 categorieën wordt een 3-jaarlijks aanvraagmoment voorzien (zogenaamd ‘subsidiëringsjaar’) waarbij het resultaat wordt vastgelegd als nominatieve subsidie voor zowel het subsidiëringsjaar zelf, als voor de 2 daaropvolgende jaren. Voor de projectsubsidie is een jaarlijks aanvraagmoment voorzien.
- De basissubsidie bedraagt het quotiënt van het totaalbedrag voor deze vorm van subsidie voorzien en het aantal erkende verenigingen dat tijdig een correcte aanvraag indient.
- De werkingssubsidie wordt toegekend op basis van een beoordeling van de activiteiten van de vereniging tijdens het werkingsjaar dat voorafgaat aan het subsidiëringsjaar. Hierbij komen slechts bepaalde types activiteiten in aanmerking en per type een beperkt aantal activiteiten. De focus ligt op cultuur (muziek, toneel, tentoonstellingen, …), samenwerking met andere verenigingen en medewerking bij initiatieven van het lokaal bestuur en de werkgroep cultuur.
- De projectsubsidie beloont jaarlijks specifieke vernieuwende projecten.
- Voor de werkingsjaren 2020, 2021 en 2022 is een overgangsbepaling voorzien.
- Nieuwe verenigingen krijgen de kans om in te stappen tijdens de kalenderjaren die tussen de 3-jaarlijkse subsidiëringsjaren invallen.
- Aansluiting bij de werkgroep cultuur valt weg als verplichte subsidievoorwaarde.
- Het voorziene subsidiebudget wordt verhoogd.