De ontwerpnotulen van de vorige zitting werden opgemaakt. Er worden geen opmerkingen gemaakt.
De notulen van de gemeenteraad van 30 augustus 2022 worden goedgekeurd.
De gemeente neemt voor de activiteit distributienetbeheer elektriciteit en/of gas deel aan de opdrachthoudende vereniging Iveka, Intercommunale Vereniging voor de Energiedistributie in de Kempen en het Antwerpse.
De gemeente werd per aangetekend schrijven van 15 september 2022 opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Iveka die op 13 december 2022 plaatsheeft in Alta-Ripa II, Engelstraat 6 te 2360 Oud-Turnhout .
Samen met de oproepingsbrief werd een dossier met documentatiestukken aan de gemeente overgemaakt.
Goedkeuring te hechten aan de agenda van de Algemene Vergadering, tevens jaarvergadering, van de opdrachthoudende vereniging Iveka d.d. 13 december 2022:
Goedkeuring te hechten aan de voorgestelde statutenwijzigingen van Iveka met inbegrip van de voorgestelde wijziging van het doel/voorwerp van Iveka.
De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Iveka op 13 december (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Iveka, ter attentie van het secretariaat, uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
Het project voor de bouw van een nieuwe school- en jeugdcampus in Vorselaar is lopende. Boven de school wordt tevens een woonst voorzien en zal een conciërge worden aangesteld.
Conform art. 28 §1, 7° Wet OHO vallen arbeidsovereenkomsten niet onder de wet OHO en dient er dus geen overheidsopdracht te worden georganiseerd, maar dient de wetgeving inzake de rechtspositieregeling te worden nageleefd.
Gezien conciërge zal wonen op de plaats van tewerkstelling gaat het wel om een bijzondere situatie.
Tewerkstelling
De tewerkstelling van conciërges kan contractueel of statutair zijn. Artikel 169 van het BVR rechtspositieregeling gemeente- en provinciepersoneel van 7 december 2007 stelt dat de conciërge ofwel het genot krijgt van de kosteloze huisvesting met gratis verwarming en verlichting als voordelen in nature, ofwel een toelage krijgt voor de prestaties gepresteerd als conciërge. Het is aan de gemeenteraad om de keuze voor een van beide opties te maken.
Aanvullend schrijft ook de loonbeschermingswet voor dat een gedeelte van het loon in natura mag worden uitbetaald wanneer deze wijze van betaling gebruikelijk of wenselijk is wegens de aard van de betrokken bedrijfstak of het betrokken beroep. De beschikking die iemand verkrijgt over een woning of een appartement, bedongen in de arbeidsovereenkomst, is dus een element van het loon. De tegenwaarde van het al genoten voordeel in natura wordt in mindering gebracht op het nettoloon, voortkomend uit het totale brutoloon, verminderd met sociale en fiscale bijdragen. Het loon van de conciërge is dus samengesteld uit een deel in speciën en een deel in voordelen in natura.
Het is belangrijk om voorafgaand de schriftelijke schatting van het gedeelte van het loon dat in natura wordt betaald en de voorafgaande kennisgeving daarvan aan de werknemer te voorzien. Dit zijn twee voorwaarden opdat de waarde van de voordeel in natura als loon kan beschouwd worden. Overeenkomstig artikel 6, §1, 4de lid Loonbeschermingswet mag het voordeel in natura 40% van het brutoloon bedragen indien het de terbeschikkingstelling van een huis of appartement betreft.
Naar arbeidstijd toe is de arbeidstijdenwet van 14 december 2000 van toepassing aangezien de conciërge is tewerkgesteld door het lokale bestuur. Het is van belang om te concretiseren wat we verwachten van de conciërge naar takenpakket toe, naar fysieke aanwezigheid op de vloer én naar beschikbaarheid toe. Er zijn reeds een aantal uitspraken geweest o.m. van het Arbeidshof in Antwerpen, waarin wordt gesteld dat voor zover de conciërge niet fysiek aanwezig dient te zijn op de werkvloer, maar hij wel beschikbaar dient te zijn om eventuele oproepen te beantwoorden, deze periodes van beschikbaarheid uitgesloten zijn van het begrip arbeidsduur.
Huurovereenkomst?
Sinds de inwerkingtreding van het nieuwe Vlaamse Woninghuurdecreet op 1 januari 2019 wordt er onder art. 5§3 bepaald dat de regeling m.b.t. woninghuur voor hoofdverblijfplaatsen niet van toepassing is als de overeenkomst op grond waarvan de woning aan de huurder wordt toegewezen, ondergeschikt is aan de hoofdovereenkomst die betrekking heeft op de functie of de bedrijvigheid van de huurder. De brochure van de overheid (website Agentschap Wonen Vlaanderen) verwoordt het als volgt: Titel 2 van het Vlaams Woninghuurdecreet is niet van toepassing als de huurovereenkomst voor de woning ondergeschikt is aan een huurovereenkomst rond de beroepsbezigheden van de huurder. De brochure geeft zelf als voorbeeld de conciërgewoning.
Er dient dus geen aparte huurovereenkomst te worden afgesloten.
Het niet toepasselijk zijn van het Woninghuurdecreet maakt ook dat een aantal bijzondere beschermingen in hoofde van de huurder niet van toepassing zijn, zoals de termijnen inzake een einde van de huur waarbij de huurder nog recht heeft op een aantal maanden gewaarborgde bewoning.
Het gegeven dat de woonst ondergeschikt is aan of onderdeel is van de arbeidsovereenkomst als voordeel van alle aard, maakt dat het recht op bewoning in principe onmiddellijk wordt beëindigd als de arbeidsovereenkomst een einde kent. Hier zijn praktische oplossingen voor in de zin van het opnemen van termijnen in de arbeidsovereenkomst waarbij bijvoorbeeld een maand de tijd wordt verleend het pand te ontruimen. Deze termijn mag best niet te lang zijn, gezien men anders onnodig de bescherming van het woninghuurdecreet inroept, doch ook opdat de woonst ter beschikking kan worden gesteld aan de volgende conciërge. Ingeval van blijvende bezetting kan een dwangsom voorzien worden en een uitdrijving plaatsvinden.
Bij de tewerkstelling van de conciërgefunctie te kiezen voor het principe van kosteloze huisvesting, waarbij dit voordeel beschouwd wordt als een aanvullend voordeel in natura dat wordt gegeven naast het salaris. Het personeelslid ontvangt dus een wedde van een bepaalde salarisschaal en ontvangt daarbovenop het aanvullend voordeel in natura.
Het werkingsjaar 2021-2022 werd nog beïnvloed door beperkende coronamaatregelen waardoor verenigingen, zeker tijdens de winterperiode, niet al hun activiteiten konden organiseren zoals ze dat in normale omstandigheden zouden doen. De toepassing van de huidige subsidiereglementen zou betekenen dat verenigingen minder subsidie ontvangen en dus inkomsten verliezen.
Om deze reden besloot de gemeenteraad op 28 juni al om voor de socio-culturele subsidies het 3-jaarlijks aanvraagmoment (het zogenaamd ‘subsidiëringsjaar’) te verplaatsen naar 2023, waarbij het resultaat wordt vastgelegd als nominatieve subsidie voor zowel het subsidiëringsjaar zelf, als voor de 2 daaropvolgende jaren.
De diensten werken aan een betere afstemming en uniforme regeling voor de subsidies inzake cultuur, sport en jeugd. De werkwijze voor de socio-culturele verenigingen wordt als vertrekbasis gezien voor de toekomstige werkwijze voor het subsidiereglement voor sport en jeugd.
Volgende afwijking wordt goedgekeurd voor de subsidiereglementen voor erkende sportverenigingen met of zonder jeugdwerking.
Artikel 16 - tijdelijke bepaling COVID-19 - wordt toegevoegd aan de reglementen als volgt:
Elke erkende sportvereniging die vorig jaar subsidies kreeg zal in 2022 hetzelfde subsidiebedrag ontvangen.
Hiermee wijken we voor het jaar 2022 af van de bepalingen in de goedgekeurde subsidiereglementen voor sportverenigingen (met of zonder jeugdwerking) van 1 december 2014.
Volgende afwijking wordt goedgekeurd voor het subsidiereglement voor jeugdwerk.
Artikel 16 - tijdelijke bepaling COVID-19 - wordt toegevoegd aan het reglement als volgt:
Elke erkende jeugdvereniging die vorig jaar subsidies kreeg zal in 2022 hetzelfde subsidiebedrag ontvangen.
Hiermee wijken we voor het jaar 2022 af van de bepalingen in de goedgekeurde subsidiereglement voor jeugdwerk van 8 oktober 2019.
De gemeenteraad keurt de desaffectatie van het perceel ten kadaster gekend Sectie G, zonder nummer, met grootte van 48.09m², en in geel aangeduid op het opmetingsplan dd. 30 mei 2022 opgesteld door landmeter-expert Dirk Landuyt, goed.
De gemeenteraad geeft principieel goedkeuring om het perceel ten kadaster gekend Sectie G, zonder nummer, met grootte van 48,09m², en in geel aangeduid op het opmetingsplan dd. 30 mei 2022 opgesteld door landmeter-expert Dirk Landuyt, uit de hand te verkopen aan de aanpalende eigenaar.