Het werkingsjaar 2021-2022 werd nog beïnvloed door beperkende coronamaatregelen waardoor verenigingen, zeker tijdens de winterperiode, niet al hun activiteiten konden organiseren zoals ze dat in normale omstandigheden zouden doen. De toepassing van de huidige subsidiereglementen zou betekenen dat verenigingen minder subsidie ontvangen en dus inkomsten verliezen.
Om deze reden besloot de gemeenteraad op 28 juni al om voor de socio-culturele subsidies het 3-jaarlijks aanvraagmoment (het zogenaamd ‘subsidiëringsjaar’) te verplaatsen naar 2023, waarbij het resultaat wordt vastgelegd als nominatieve subsidie voor zowel het subsidiëringsjaar zelf, als voor de 2 daaropvolgende jaren.
De diensten werken aan een betere afstemming en uniforme regeling voor de subsidies inzake cultuur, sport en jeugd. De werkwijze voor de socio-culturele verenigingen wordt als vertrekbasis gezien voor de toekomstige werkwijze voor het subsidiereglement voor sport en jeugd.
Volgende afwijking wordt goedgekeurd voor de subsidiereglementen voor erkende sportverenigingen met of zonder jeugdwerking.
Artikel 16 - tijdelijke bepaling COVID-19 - wordt toegevoegd aan de reglementen als volgt:
Elke erkende sportvereniging die vorig jaar subsidies kreeg zal in 2022 hetzelfde subsidiebedrag ontvangen.
Hiermee wijken we voor het jaar 2022 af van de bepalingen in de goedgekeurde subsidiereglementen voor sportverenigingen (met of zonder jeugdwerking) van 1 december 2014.
Volgende afwijking wordt goedgekeurd voor het subsidiereglement voor jeugdwerk.
Artikel 16 - tijdelijke bepaling COVID-19 - wordt toegevoegd aan het reglement als volgt:
Elke erkende jeugdvereniging die vorig jaar subsidies kreeg zal in 2022 hetzelfde subsidiebedrag ontvangen.
Hiermee wijken we voor het jaar 2022 af van de bepalingen in de goedgekeurde subsidiereglement voor jeugdwerk van 8 oktober 2019.