De raad is bevoegd voor het vaststellen van retributie- en tariefreglementen die als grondslag dienen voor inningen. Als de inning samenvalt met de vaststelling van het invorderingsrecht (bv. lidgeld MMC, activiteiten dienstencentrum) gebeurt dit decentraal door daartoe aangeduide personeelsleden.
Provisies
Er wordt voorgesteld provisies te verlenen voor de betalingen van het dagelijks bestuur die noodzakelijk zijn of onmiddellijk moeten gebeuren voor de goede werking van de dienst.
De voorwaarden bij het toekennen van de provisie zijn:
Geringe exploitatie-uitgaven
Wanneer geringe uitgaven dringend en noodzakelijk zijn voor een dienst die geen provisie heeft mag een personeelslid ook een uitgave voorschieten. Het voorgeschoten bedrag kan teruggevorderd worden mits voorleggen van de nodige bewijsstukken. Terugbetaling kan dan via de kas van de algemeen directeur gebeuren of via overschrijving.
Inning geringe dagontvangsten
De voorwaarden bij de inning van geringe dagontvangsten zijn:
Bij uitdiensttreding van het personeelslid wordt de volledige geldkas afgerekend bij de algemeen directeur, inclusief het startbedrag.
Beheer van gelden van derden – werking systeem I
Indien een persoon wordt opgenomen in een woonzorgcentrum (WZC) en betrokkene beschikt over onvoldoende financiële middelen om zijn verblijf te bekostigen, kan een aanvraag worden ingediend bij het OCMW tot het bekomen van een financiële tussenkomst in de kosten voor verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening. Het bevoegde OCMW is het OCMW van de gemeente waar de betrokkene op het ogenblik van opname gedomicilieerd was (artikel 1 van de wet van 2 april 1965). De aanvraag kan ingediend worden door de betrokkene zelf, een familielid/contactpersoon of de directie van de verblijfsinstelling. Het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) kan als voorwaarde voor een tussenkomst stellen dat er enkel tussenkomst kan verleend worden wanneer het beheer van de inkomsten gebeurt via het systeem I of door een aangestelde bewindvoerder of er reeds een lopend budgetbeheer is. Bij een tussenkomst in de verblijfskosten wordt het beheer van de middelen door de begunstigde van tussenkomst of door zijn familie stopgezet, tenzij dit in het kader van officiële aanstelling gebeurt. Alle resterende spaargelden worden doorgestort naar de rekening in het kader van systeem I, budgetbeheer of die onder beheer van de bewindvoerder geplaatst is. De andere rekeningen op naam van de aanvrager worden afgesloten bij de opstart van het beheer van de middelen.
Een systeem I kan enkel geopend worden als de betrokkene zelf nog mentaal in staat is om de openingsdocumenten te ondertekenen.
Het beheer van de systeem I rekeningen die door het OCMW geopend worden, worden mee beheerd door de financieel directeur van het OCMW tesamen met een extra volmachthouder.
De volledige rusthuisfactuur zal via de boekhouding van het OCMW betaald worden aan het rusthuis. De beschikbare maandelijkse bijdrage zal gestort worden van op de systeem I rekening naar de rekening-courant van het OCMW.
Bij twijfel of een kost vanuit de systeem I rekening moet betaald worden zal dit voorgelegd worden aan het BCSD.
Beheer van gelden van derden – sociale rekeningen (budgetbeheer cliënten)
Ten laatste op 1 juli 2021 zal er een systeem opgezet worden van dubbele handtekening. Er zal een groep A en groep B van personen gemaakt worden waarbij groep A de eerste handtekening zet om financiële verrichtingen uit te voeren en groep B de tweede handtekening zet opdat de verrichting effectief kan uitgevoerd worden. De personeelsleden die zullen instaan voor deze financiële verrichtingen worden aangesteld door de algemeen directeur.