Terug
Gepubliceerd op 31/05/2021

2021_GR_00039 - Klimaat - Geïntegreerd basishemelwater- en droogteplan - Kennisname

Gemeenteraad
di 27/04/2021 - 20:00 Raadzaal
Behandeld

Samenstelling

Aanwezig

Guy Peeters, voorzitter; Lieven Janssens, burgemeester; Luc Lauwereys, raadslid; Paul Laeremans, raadslid; Simon Dens, raadslid; Mizel Gebruers, schepen; Kobe Vercauteren, schepen; Sara Van Rooy, raadslid; Jos Bouly, schepen; Eva Somers, raadslid; Benny Van Hooghten, raadslid; Bea Landuyt, raadslid; Priscilla Geluykens, schepen; Viki Matheussen, raadslid; Glenn Van de Vel, raadslid; Niels De Ceuster, raadslid; Carine Vercammen, raadslid; Elly Beirinckx, algemeen directeur; David  Aerts, relatiebeheerder Pidpa; Gert  Druyts, stafmedewerker duurzaam beleid - IOK

Verontschuldigd

Sofie Rombouts, raadslid; Nele Wuyts, raadslid

Secretaris

Elly Beirinckx, algemeen directeur

Voorzitter

Guy Peeters, voorzitter
2021_GR_00039 - Klimaat - Geïntegreerd basishemelwater- en droogteplan - Kennisname 2021_GR_00039 - Klimaat - Geïntegreerd basishemelwater- en droogteplan - Kennisname

Motivering

Feiten en context

Door de klimaatverandering worden we geconfronteerd met een gewijzigd neerslagpatroon. Voor Vlaanderen betreft dat meer regen in de winter en minder neerslag in de zomer. Bovendien zal ook de intensiteit van de buien toenemen waardoor buien met korte en intense neerslag zullen afgewisseld worden door langere, drogere periodes. Volgens waterinfrastructuurbeheerder Aquafin zullen overstromingen uit de riolering tegen 2030 dubbel zo vaak voorkomen. 

Om hiermee om te gaan zal het belangrijk zijn om ruimte te geven aan water. De bestaande riolen zijn nog grotendeels van het gemengde type en ook het afvalwater en regenwater van de bestaande gebouwen wordt nog grotendeels gemengd afgevoerd. Deze buizen zijn echter niet voorzien op de gewijzigde neerslaghoeveelheden. Het risico op wateroverlast, ook vanuit het rioleringsstelsel, zal daarom in de volgende jaren toenemen. Het is duidelijk dat vermenging van vervuild afvalwater met niet-verontreinigd water (niet-verontreinigd hemelwater, drainagewater, bemalingswater, enz...) niet gewenst is. Waar deze vermenging vandaag de dag wel optreedt, moet aan de verdere scheiding van de stromen worden gewerkt. Dit “ontvlechten” van de beide waterstromen dient zowel op particulier als openbaar domein te gebeuren. Dit alles vraagt een gebiedsdekkende visie op het omgaan met hemelwater. Elk gebied is echter uniek: het heeft zijn eigen ondergrond, bestaand stelsel, reliëf, verstedelijking, type bebouwing, mogelijkheden, noden en knelpunten. 

Een hemelwaterplan moet dan ook op maat van het gebied worden opgesteld. Enkel indien men kiest voor maatwerk kan men een plan opstellen dat bruikbaar is voor het eigen grondgebied en dat input kan bieden aan het algemeen beleid. Een hemelwaterplan dient in eerste instantie een antwoord te bieden op de vraag: waar gaan we vandaag en morgen met het hemelwater naar toe? 

Het hemelwaterplan moet het kader scheppen voor een integrale ruimtelijke visie over waar en hoe het hemelwater van bestaande en geplande wegenis, woningen en (on)verharde oppervlakken moet opgevangen, ter plaatse gehouden of vertraagd afgevoerd worden zonder daarbij een negatieve impact op het watersysteem en de omgeving teweeg te brengen. Onvermijdelijk zal bij de opmaak van een hemelwaterplan ook aandacht gaan naar het beperken van risico’s op wateroverlast in de meest ruime zin van het woord. Er zal moeten ingezet worden op bronmaatregelen om het water ter plaatse te houden en afvoer te vermijden, het creëren van ruimte voor water, het beperken van interactie tussen afvalwater enerzijds en hemel- en oppervlaktewater anderzijds, aanvullen van het grondwater door infiltratie,… Inzetten op al deze sporen zal echter niet altijd op elke locatie mogelijk zijn. Keuzes die gemaakt worden in het kader van de opmaak van het hemelwaterplan zullen op hun duurzaamheid getoetst moeten worden. De uit het plan voortvloeiende maatregelen moeten haalbaar en betaalbaar zijn en afgestemd zijn op stroomop – en afwaartse initiatieven. Aangezien een hemelwaterplan een leidraad wil zijn voor de verdere uitbouw van de hemelwaterinfrastructuur moet het plan ook voldoende robuust zijn. In het kader van de opmaak van een detailplan is het daarom aangewezen om de uitgewerkte oplossingen te toetsen aan de klimaatscenario’s. Een periodieke herziening van het plan in functie van een gewijzigd klimaat, wijzigend waterverbruik en variabele doelstellingen zal dan ook nodig zijn. 

De haalbaarheid en betaalbaarheid van het plan zal ook afhangen van de manier waarop het bestaande systeem kan ingeschakeld worden in het nieuwe systeem. De opmaak van een hemelwaterplan is in deze context te aanzien als een instrument om een integrale ruimtelijke visie uit te werken om de economische, maatschappelijke en ecologische gevolgen van wateroverlast en verdroging te beperken en het grondgebied robuust te maken voor de gevolgen van klimaatverandering. De basisprincipes en ruimtelijke ideeën uit een hemelwaterplan worden dan ook afgestemd op en bij voorkeur vertaald in de andere beleidsplannen van de gemeente (ruimtelijk beleidsplan, groenplan, …). Op die manier kan het hemelwaterplan ook een belangrijk ondersteunend instrument zijn voor de gemeente bij de realisatie van haar ruimtelijke en klimaatdoelstellingen, zoals het terugdringen van verharding en versnippering, en de uitbouw van een fijnmazig groenblauw netwerk. 

De opmaak van een hemelwaterplan verloopt gefaseerd. In een eerste fase wordt een analyse gemaakt van de opportuniteiten en knelpunten met betrekking tot het hemelwater. Vervolgens wordt – afhankelijk van de eventueel gestelde prioriteiten – een visie opgemaakt waarbij verschillende oplossingsmogelijkheden aangereikt worden. Hierna kan in het detailplan of naar aanleiding van een concreet project een keuze gemaakt worden tussen deze mogelijkheden zodat detailoplossingen uitgewerkt worden die onderbouwd worden door (beschikbare) modellen, meetgegevens, … 

Juridische grond

  • Decreet lokaal bestuur
  • De Europese Kaderrichtlijn Water beoogt een ‘goede toestand’ van de watersystemen tegen uiterlijk 2027. Gezien de doorlooptijden van rioleringsprojecten dient de volgende Vlaamse regering – als laatste effectieve regering voor de deadline van 2027 – alles op alles te zetten om de nodige investeringen te realiseren. 

Regelgeving bevoegdheid

De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
<p>De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 van het Decreet Lokaal Bestuur.</p>

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Neemt kennis van en bespreekt het ontwerp van geïntegreerd basishemelwater- en droogteplan, zodat het op de volgende gemeenteraad ter goedkeuring kan worden voorgelegd.